- P. de Zeeuw
- Pagina's/nrs.: 171
- Gebonden
- Bestel nr: 9789461151001
Toen keizer Karel V liet weten dat Willem, de oudste zoon van graaf Willem van Nassau, de bezittingen van René van Chalon had geërfd, gaf dat veel onrust op de Dillenburg. Willem werd prins van Oranje en kreeg rijke bezittingen in de Nederlanden. Hiervoor zou hij in Brussel rooms-katholiek opgevoed moeten worden, terwijl zijn moeder Juliana biddend achterbleef.
Toen Karel op 25 oktober 1555 terugtrad als koning van Spanje, keizer van Duitsland en heer der Nederlanden, leunde hij op de schouder van de 22 jaar jonge prins. Hieruit sprak zijn groot vertrouwen in Willem van Oranje.
Maar zijn opvolger, koning Filips II, haatte hem. En toen prins Willem van de Franse koning te horen kreeg dat deze van plan was om al de ketters uit te roeien, besloot hij voor hen partij te kiezen. Wijselijk liet hij dat niet merken, waardoor hij zijn bijnaam Willem de Zwijger eer aan deed.
Tevergeefs deed Willem verschillende invallen in de strijd tegen Alva en lange tijd leek zijn strijd hopeloos. Terwijl verschillende broers van hem sneuvelden, bleef hij wonderlijk gespaard. Na de inname van Den Briel en de bevrijding van Leiden kwam er een keer ten goede. Kardinaal Granvelle kon dat niet verdragen en hij hitste Filips II op om hem in de ban te doen. De moordenaar van de prins werd een rijke beloning beloofd. De tweede aanslag op zijn leven overleefde Willem van Oranje niet. Zo offerde hij zichzelf op voor onze vrijheid.
Nog steeds zitten de Oranjes op de Nederlandse troon en is er met hen een sterke band.